Rit 26 Beauvechain

De rit werd afgelast wegens het slechte weer.

Volgende Zaterdag  (weekend van Kalfort kermis) doen we de MS-tocht. Vertrek om 08.00 aan parking Coolhem. 

Rit 25 Hageland

21 vertrekkers voor 1 van onze langste ritten – 147 km – die dan soms nog langer uitvalt wegens omstandigheden. Piloot van dienst was de Gie om alles in goede banen te leiden. Kurt was net een week terug uit verlof en voelde zich niet echt gerust. “Dit is toch een platte rit?”, probeerde hij. Hageland is nu wel geen bergrit, maar echt plat kan je het toch ook niet noemen. De eerste 50 km moest Kurt niet wanhopen: tot Holsbeek volgden we een plat parcours met mooie, rustige wegen kronkelend doorheen de streek tussen Mechelen en Leuven waar deze rit mooie alternatieven opzoekt ten opzichte van klassieke fietsroutes in deze streek.

Platrijden lijkt wel wekelijkse kost en deze keer was de pechvogel Willy VD, gelukkig iemand zonder schijfremmen. Voorbij Holsbeek ging het op en neer, richting stopplaats in Lubbeek. Doch, in de Boskouterstraat wordt deze tijd traditioneel een straatfeest gehouden waarbij heel de baan is afgesloten en dit mochten we nu ook weer ervaren. Best dat we hier volgende jaar rekening mee houden in onze kalender. Want dat dit niet zonder gevolgen is, bleek nu ook weer. Bij het terugkeren ontstond verwarring en viel de groep in twee delen. En dat sommigen er beter in slagen dan anderen om de stopplaats te vinden, is een feit. Piloot Gie en co hadden hun consummaties al binnen toen de andere groep na 10 extra kms arriveerde. Even het noorden en de weg naar Lubbeek kwijt bij groep 2 onder aanvoering van Erik C, Tom Vingerhoets en een GPS waarop Lubbeek ergens anders lag.

Kurt was er nog altijd niet gerust in: “Vanaf nu is het plat, zeker?”. “Wel”, antwoordde Gie, “eens je boven gekomen bent wel, hé. Maar, zeg, het moeilijkste van de rit moet wel nog komen. ” En daar gingen Kurts illusies.

Marc Brijs, Willy Van Dijck en Willy Meersmans wachtend op de anderen na een oponthoud van de anderen beneden.
Dirk de Bruyn voor Eddy Tierens en Tim Ver Eycken
Hans Moons en Tims chef met daarachter vlnr Thierry Van Praet, Erik Cleymans en Kurt Kerremans
Hans Tierens en Benny De Prins in de achterhoede

Hellingen betekent ook veel schakelwerk en dat dit soms kan foutlopen, ervaarde Dirk. Bij wisseling van grote plaat kwam de ketting even vast te zitten. Maar met 5 reparateurs onder aanvoering van topmechanicien Willy VD, was de oorzaak snel ontdekt en met enige “tournevis”-handigheidjes werkte de vastgelopen schakel weer vlot.

Ondanks de incidentjes en enig tijdverlies verliep de rit vlot en zonder ongelukken. Op de terugweg werd een stevig tempo aangehouden dankzij sterkhouders op kop: Dirk DB, Eddy T, Frank, Hans T, Marc B, Tim en anderen. Na 150 km (160 km voor groep die omreed) waren we omstreeks 13.30 terug in Kalfort.

Volgende week rijden we Beauvechain met vertrek om 07.30 en piloten Erik C. en Tony. (Dit ter vervanging van Sas van Gent waar er volgens Willy VD te veel wegenwerken en omleidingen zijn. )

Rit 24 Dodentocht

De dodentocht is een georganiseerde rit die naar goede gewoonte één week voor de voetgangersdodentocht gereden wordt over dezelfde lengte van 100 km met traditioneel vertrek en aankomst in het Breeven te Bornem.

De rit leent zich voor stevige gemiddelden daar de organisatie op de meeste kruispunten seingevers plaatst. Jos S was er niet bij om als eerste kop te trekken, Marc B en Hans M namen perfect zijn rol over met een stevig tempo van bij het begin.

Was het omwille van het relatief vroege uur, of veel mensen op verlof, of iedereen wat later vertrokken, maar iedereen had de indruk dat er minder volk was dan de vorige jaren. Dit maakte het voorbijsteken van andere groepen toch comfortabeler.

De eerste stopplaats na reeds een 40-tal km zijn we voorbijgereden, behalve Marc V dan, die moest van de gelegenheid gebruik maken voor een sanitaire stop.

In de buurt van Schepdaal werd het parcours heuvelachtig en kwamen de eerste kuitenbrekers. Dit dorp herinnerde ons natuurlijk aan de heimat van Remco Evenepoel en zijn magistrale overwinning daags tevoren van de Classico San Sebastian.

Dat het oppassen is met putten op Vlaamse wegen ondervond ook Eddy iets voorbij Bodegem. En als een mechanieker iets doet, diet ie het goed: zowel voor- als achterband moesten eraan geloven. Dubbel plat, dat hebben we nog niet zoveel meegemaakt.

De stop in Steenhuffel na 85 km hebben we wel meegenomen. En dat was vooral een zegen voor de zoon van Frank die voor de gelegenheid meereed. Als enige training was ie al enkele weken op en af naar het werk gereden. Om dan in volle seizoen mee met de Snelvoeters te rijden bracht hij het er al bij al nog zeer goed af. Chapeau, de naam Van De Vijver waardig. En zijn vader zelf had het hem ook niet gemakkelijk gemaakt. Zoals we van hem gewoon zijn, houdt hij ook wel van een stukje kopwerk. Dat hij dan al eens in een tunnel zit, bewijst het feit dat Marc B hem er moest op wijzen dat hij volle bak bezig was zijn zoon eraf te rijden, wat waarschijnlijk toch niet de bedoeling was.

De meewind bracht ons snel terug naar het Breeven, waar nog stevig werd nagepraat bij het nodige gerstenat. Vooral de typische gezelligheid op de weide zijn sterke troeven. Vorig jaar kregen we daar nog het gezelschap van ex-renner/ploegleider en nu ook tv-commentator José De Cauwer. Blijkbaar een goede, oud-bekende van Frank die José nog kent als ploegleider uit zijn periode als profcoureur. En dat José ook een pintje – vooral zwaarder bier – kan verzetten, hebben we met eigen ogen kunnen aanschouwen.

Volgende week rit naar Hageland 140 km met vertrek om 07.30 op parking Coolhem.

Rit 23 Florival

Afgelast wegens slechte weersomstandigheden en te weinig deelnemers. Volgens Wim werd het parcours ook op verschillende plaatsen geteisterd met modderstromen. Enkel piloot Tim en Hans M waren aanwezig bij het vertrek, vooral om te checken of er deelnemers waren en de rit wel doorging. Ze vonden het blijkbaar toch niet te erg dat ze de regen niet in moesten met de fiets.

FIETSDODENTOCHT:

Volgende week nemen we deel aan de fietsdodentocht. Gelieve voor het gemak op voorhand in te schrijven op hun website en je e-ticket mee te brengen (afgeprint of op je mobiel): http://www.fietsdodentocht.be/nl/. Indien dit niet lukt kan je ook nog ter plaatse inschrijven.

Het tarief is 16 Euro waarvan 5 Euro waarborg voor het naamplaatje. We vertrekken om 07.30 op parking Coolhem of om 08.00 aan de start in het Breeven (Bornem) en hopen dat de weergoden ons beter gezind zijn.

Tot zondag.

Rit 22 Waver – Namen

Waver – Namen is de laatste rit op verplaatsing van het seizoen. De meeste snelvoeters hadden onderling afgesproken om te poolen en waren direct naar Corroy-le-Grand, een dorpje iets voorbij Waver, afgezakt.

Enkel Frank stond om 06.45 op parking Coolhem, druk doende met in orde brengen van fiets, uitrusting en ik weet niet wat nog allemaal. Frank in zijn wagen en Chris in de volgwagen om chauffeur Patte thuis op te pikken. Die was bij aankomst daar al druk bezig in de voortuin van zijn huis. Na 3 kwartiertjes kwamen ze samen aan in Corroy-le-Grand waar de andere leden al druk in de weer waren zich klaar te maken. Nieuwkomer Luc dacht dat het hier een door externen georganiseerde rit was, maar het was hem snel duidelijk geworden bij aankomst daar dat dit niet het geval was.

Met 16 fietsers zijn we dan begonnen aan deze mooie rit. Na een tiental km maken we sinds enkele jaren een ommetje om de minder geliefde kasseistrook van de Rue du bois de buis aan de Chausee de Charleroi te omzeilen. Dat je tegenwoordig voor navigatie zelfs goed op de hoogte moet zijn van boomsoorten bleek in de Rue fond des saussalles. “Aan die eenzame eik naar rechts afslaan”, werd er geroepen. Bleek dat dit dus geen eik was maar een andere soort met als gevolg dat de kopmannen ei zo na doorreden, volledig gefocust op een andere boom, wel een eik, die ons daar eenzaam 200m rechtdoor voorbij de splitsing lonkte.

Dat de wegen in Wallonië er soms abominabel bij liggen weten we allemaal. En dat zo een afbrokkelende betonbaan voor lekke banden kan zorgen is dan ook geen verrassing. Slachtoffer van dienst was Hans M.

Na het kruisen van de E42 autostrade volgt de afzink naar Namen waar heten Erik zich blijkbaar goed in zijn sas voelde en de groep tegen >50 per uur op sleeptouw nam. De klassieker in Namen is natuurlijk de beklimming van de citadel langs de kasseikant, de route Merveilleuse. Toch waren sommigen verrast door de lengte van de klim van bijna 2 km. Ook hier is goed doseren de boodschap. Boven merkten we heel wat werken die de ronde bocht van de esplanade afsloten. Tijd voor enige ravitaillering en daarna op weg naar de volgende klim in Rue d’Erpent Val die loopt vanaf de Maas naar de N4. Willy M toonde zich de Thibeau Pinot van het gezelschap met enkele niet afgevende aanvallen. Zo zie je maar dat op passie geen leeftijd staat.

Hierna was het genieten van het glooiende Ardeense landschap en de afdaling naar de Maas ter hoogte van Namêche. Dit dorpje was vroeger onze stopplaats maar over de jaren heen gingen alle cafés hier dicht of kregen ze andere bestemmingen. Tegenwoordig zit er niets anders op dan direct de Maas over te steken en aan te zetten voor de steile klim (rue Emile Vandervelde – vroegere patron van de Belgische socialisten). Thierry kloeg al heel de rit over pijnlijke benen. Maar of je dan deze klim moet afleggen op de grote plaat – zoals hij doet – is wel de vraag. “Net zoals de Jelle”, verrechtvaardigde hij zich tijdens de klim. Maar zelfs speelvogel Jelle stond op de kleine vooraan en om Thierry toch gelijk te geven schakelde hij gauw groot. “Ja, klopt nu, Thierry”.

Ondertussen was het uitkijken naar een café waar we konden pauzeren en onze dorst lessen. Na nog enkele hellingen van 10% en meer, waren de meeste bidons ondertussen al enkele keren volledig uitgeknepen. Die stopplaats vonden we in Grand-Leez, dicht tegen Gembloux, na bijna 100 km, waar we in La Pom d’Epices bediend werden door een charmante mademoiselle.

De laatste kilometers werden op gepast tempo in groep afgelegd en zo kwam de groep na 115 km en 1050 hm weer aan bij de wagens in Corroy-le-grand.

Volgende week is het weer heuvelen, deze keer richting Florival. Vertrek om 07.30 aan parking Coolhem.

Rit 21 Overijse

Met 20 snelvoeters zijn we vertrokken voor de rit naar Overijse. Bij de aanwezigen ook Kristof Verelst, broer van Sandra, en zoals we snel zouden merken is hij een volwaardig lid van de familie Verelst, iemand die ook vlot met een tweewieler overweg kan. De rit nam een aanloop langs Tisselt en Hazewinkel en ging zo richting Leest en Hombeek. Piloot Nico had ons bij de start al gewaarschuwd dat er op de vernieuwde baan tussen Hombeek en Zemst nog een laag asvalt moest komen en dat het oppassen was voor riooldeksels. Dat de oude versleten en slechtbollende betonbaan binnenkort vervangen is door een nieuwe, blinkende makadam, kan fietsers alleen maar bekoren. Zeker omdat we hier toch met verscheidene ritten passeren. 

Vanaf Kortenberg krijgt het parcours van deze rit een glooiend karakter. De hellingen werden mooi in groep afgelegd en dat was in het verleden wel eens anders. Als je dan achteraf naar het gemiddelde kijkt, blijkt nog maar eens dat dit toch de snelste manier is om als groep een rit af te leggen. 

Al jaren is het kenmerk van deze rit de klim op de kasseiweg naar Huldenberg. Deze bleek tot onze verrassing pas heraangelegd en gemakadamiseerd. Slecht nieuws voor de flandriens maar goed nieuws voor de meesten die deze vernieuwde helling best konden apprecieren. Toch blijft het geen makkie met in het begin een stevige 7 percent en dan heel lang uitlopend tot aan het kruispunt boven, met naar rechts de afdaling van de Smeysberg. Hier wordt naar gewoonte gehergroepeerd, zeker als er zijn die al enige tijd behoefte hebben aan een plaspauze zoals Marc V. De  Smeysberg leek voor Nico te gevaarlijk en als mooi alternatief werd er rechtdoor gereden, direct naar Huldenberg centrum. Daarna was het tijd om even uit te blazen in cafe “t Gouvernement”. Blijkbaar is deze plaats erg populair bij fietsers want na ons kwam er nog een grote ploeg binnen. Volgens de opschriften op hun trui kwamen ze uit Nijlen bij Lier en daarmee zat het estaminet “boesjze de vol”. Gelukkig kon de enige uitbater rekenen op de hulp van onze chauffeur de Patte en ook bij de andere ploeg had men snel door dat men met enige medewerking sneller aan drank kon komen. 

De terugweg verliep volgens hetzelfde stramien van samen gegroepeerd gaat het sneller. Zelfs den Dirk uitte na de rit zijn bewondering voor de voorbeeldige manier van rijden: gegroepeerd, veilig en toch vlot. Houden zo! 

Volgende zondag rit op verplaatsing: Waver – Namen met vertrek om 06.45 op parking Coolhem en om 07.45 in Corroy-le-Grand aan de kerk. 

Rit 20 Erpe-Mere

Om 07:30 stipt nam ons vast leidersduo Jos & Hans T. ons op sleeptouw voor een rit van 138 km richting Aalst en Erpe-Mere.
Ervaren piloot Willy Meersmans had de lange en niet te onderschatten rit reeds afgelopen maandag verkend. Een rit ook die vele versies en lengtes kent en die ons in het verleden niet zelden op plaatsen bracht waarvan we dachten: “Hier zijn we nu nog nooit geweest”. Maar Willy bracht altijd alles tot een goed einde en het leek altijd alsof hij de streek op zijn duimpje kende.

Wat Willy natuurlijk op deze zondagvoormiddag niet kon voorzien was dat er net nu in Opdorp een immense rommelmarkt zou plaatsvinden die alle aanpalende straten van Opdorp dries inpalmde. Er was absoluut geen doorkomen aan en zeker niet met een volgwagen. De enige oplossing was terugkeren en een alternatieve route nemen waardoor de rit nog eens 6 km langer werd.

Vandaag was ook een dag met materiaalpech. Dit begon bij Willy VD wiens achterwiel een eigenaardig, instabiel gedrag vertoonde in bochten. Het verdict was duidelijk: een gebroken as. Gelukkig hadden we de Patte mee met reservemateriaal en na vervanging van het wiel was het euvel opgelost.

Erpe-Mere is één van onze meest pittoreske ritten over mooie wegels, glooiende velden en af en toe toch stevige heuvels. Na 75 km bereikten we onze vaste stopplaats in het meest bruine café van Aalst en omstreken: Taverne Rembrandt in Woubrechtegem. Een goede gelegenheid om onze bidons opnieuw bij te vullen. Twee lokale dames-gasten zaten hier armen gekruist met een Duvelflesje voor hen op tafel. Dat moet vast hun ontbijt geweest zijn om 10 uur ’s morgens nota bene. “Hier kunnen we vast nog iets van leren”, dachten sommigen.

Het tweede deel van de rit, richting clublokaal, werd weer op gang getrokken door de Jos die zijn plaats op kop van ons peloton niet meer wou afgeven. Slecht onderhouden betonwegen waren weer de oorzaak van een lekke band, deze keer bij Patje Daems. Na een 138 km lange maar mooie rit en bij aangenaam weer namen we om 12:30 plaats op het terras van ons lokaal om ons vochtgehalte en verbrande calorieën terug op pijl te brengen.

Met dank aan de Patte in de volgwagen.

Volgende week op 14/7 de Druivenroute met Nico Loncin als piloot. Vertrek nog steeds om 07.30.

Rit 19 Alsemberg

De rit naar Alsemberg geldt als één van de lastigere ritten wegens afstand, enkele kuitenbijters en vooral het parcours dat constant op en af loopt. Doch voor sommige snelvoeters speelt dat blijkbaar allemaal geen rol en zoals we van hem gewoon zijn dit seizoen zette Jos zich van meet af aan op kop. Een positie waar we hem tijdens deze rit dikwijls terugvonden en waar hij samen met Hans Tierens een zeer verdienstelijke prestatie neerzette.

De eerste pechvogel van de dag was Luc De Smedt die zijn achterband plat reed in een gleuf tussen 2 beton platen. Altijd gevaarlijk en dikwijls scherpe kanten. Luc had schijfremmen opzitten wat betekende dat we geen wissel konden uitvoeren met een wiel vanuit de volgwagen. Dan maar het binnenbandje wisselen wat altijd iets meer tijd vraagt. Iets wat we de komende tijd waarschijnlijk nog meer gaan ervaren met de toenemende populariteit van schijfremmen. Volgens Willy VD zijn er momenteel minstens 3 verschillende systemen met telkens andere afmetingen. Niet simpel om dan de juiste reservewielen mee te pakken.

Ten zuiden van Brussel werd het drieluik beerselberg – alsemberg – bruine put afgewerkt met tussenin nog wat zogezegde niemendalletjes die traditioneel niet vermeld worden in een roadboek maar die uiteindelijk ook in de benen kruipen.

Dat Frank en zijn materiaal het niet altijd goed samen vinden weten we en dat werd nogmaals actueel in de aanloop naar de bruine put. Iets te wild geschakeld van grote naar kleine plaat, met als gevolg ketting-gekraak, versnellingsapparaat stuk en de ketting vast op de kleine plateau. Tijdens de stop in het Samba Café in Beersel kreeg Frank het uiteindelijk toch gefikst dat de ketting op de grote plaat kon. Naast Frank was het ook Dirk De Bruyn zijn dagje niet. Op de put met zijn naam liep het al niet zo vlot en per slot van rekening zakte zijn zadelpen telkens naar beneden. Volgens hem het gevolg van weggesmolten was tussen zadelpen en buis. Uiteindelijk zat er niets anders op dan instappen want rijden met geplooide benen was hem niet comfortabel en zou kunnen leiden tot blessures.

Op de terugweg toonde Jelle op de klim van de Vrijhout nog eens wat een verschil er is tussen wielertoeristen en een coureur die even zijn vormpijl wil testen: hij sjeesde op zijn grote molen weg naar boven waarbij het leek alsof wij stilstonden, nee erger nog, we reden achteruit.

Voorbij Asse ging het sneltreinvaart richting Londerzeel waarbij op de lange stukken tussen Impde en Londerzeel de boel op de rek ging en zelfs even uiteenviel.

De rit was een voorbeeld dat hard fietsen best kan gecombineerd worden met veilig fietsen zonder incidenten.

Volgende week de niet-te-onderschatten rit van Willy M naar Erpe-Mere, het dorpje van Lucien Van Impe, onze laatste tourwinnaar.

Rit 18 Waterloo

Volgens de kalender stond de rit Beauvechain op het programma. Doch bij verkenning door piloten Wim en Tony was gebleken dat er veel omleidingen en extra kilometers zouden nodig zijn wegens wegwerkzaamheden op het parcours. Daarom werd geopteerd voor een rit naar Waterloo die we met Puurcycling ook al enkele keren hadden meegereden en ook ongeveer 130 km lang.

Bij het vertrek hebben we 1 minuut herdenkingsstilte gehouden voor Hector die dinsdag laatstleden van ons is heengegaan. Zaterdag was de uitvaartplechtigheid geweest waarop alle snelvoeters, die niet om redenen verstek moesten geven, aanwezig waren. Een aangrijpend gebeuren, vooral de getuigenissen van gezin, familie en vrienden. En bij het aanschuiven voor een laatste persoonlijk eerbetoon, merkten we vooraan zijn Pinarello die eenzaam terzijde van Hector’s kist stond, gedrapeerd met zijn truitje van de Snelvoeters. Het deed ons wat.

Deze rit willen we dan ook opdragen aan Hector. Onder een stralende zon en aangename zomertemperaturen namen Wim en Jos de groep op sleeptouw richting Mollem aan een aangenaam tempo.

Via Kobbegem en Vlezenbeek ging het richting Sint-Pietersleeuw. Het leuke aan de rit is dat we rustieke wegen volgden waar we zelden of nooit komen. Dan ging het richting Lot en laveerden we tussen Beerselberg en bruine put naar Dworp en zo verder naar Waterloo.

Daar merkten we veel volk, niet alleen aan het monument met de leeuw maar ook langszij op weg naar de velden waar ooit slag werd geleverd tussen de troepen van Napoleon en Wellington. Blijkbaar werd er vandaag een re-enactment gespeeld. Voor dit spektakel moesten we passen, maar een kiek met als achtergrond het monument mocht niet ontbreken.

Gelegenheidsfotograaf was top MTBer en gastrijder Erwin Declerck, lekker meedravend op zijn MTB machien met modderbanden. Voor hem geen probleem. Terwijl de groep poseerde gaf iemand hem nog de onnodige raad: “Ziet dat de Leeuw er ook op staat! “ Waarop Erwin gevat riposteerde: “Ik zie niet anders dan Leeuwen! “ En Willy M terug: “Gij moogt nog meerijden!“

Na deze leuke noot en enkele foto’s rijker zetten we koers naar het café waar we onze stop zouden houden. Doch café na café was gesloten en het duurde tot in Maleizen waar we eindelijk – na bijna 80 km en na monstering of café “Aux quatre bras” wel groot genoeg zou zijn voor 24 gasten – onze dorst konden lessen.

Na de stop passeerden we de lussen van Overijse centrum en kwamen we terug op bekend terrein. Met stevige tred – meewind en bergaf – en een lange beurt van Frank keerden we huiswaarts. Al bij al was het een zeer aangename rit aan comfortabel tempo en op een veilige manier afgelegd.

Volgende week gaat het terug richting west van Brussel met als doel de Alsemberg. Vertrek om 07h30 aan parking Coolhem.