Rit 23 Florival

Afgelast wegens slechte weersomstandigheden en te weinig deelnemers. Volgens Wim werd het parcours ook op verschillende plaatsen geteisterd met modderstromen. Enkel piloot Tim en Hans M waren aanwezig bij het vertrek, vooral om te checken of er deelnemers waren en de rit wel doorging. Ze vonden het blijkbaar toch niet te erg dat ze de regen niet in moesten met de fiets.

FIETSDODENTOCHT:

Volgende week nemen we deel aan de fietsdodentocht. Gelieve voor het gemak op voorhand in te schrijven op hun website en je e-ticket mee te brengen (afgeprint of op je mobiel): http://www.fietsdodentocht.be/nl/. Indien dit niet lukt kan je ook nog ter plaatse inschrijven.

Het tarief is 16 Euro waarvan 5 Euro waarborg voor het naamplaatje. We vertrekken om 07.30 op parking Coolhem of om 08.00 aan de start in het Breeven (Bornem) en hopen dat de weergoden ons beter gezind zijn.

Tot zondag.

Rit 22 Waver – Namen

Waver – Namen is de laatste rit op verplaatsing van het seizoen. De meeste snelvoeters hadden onderling afgesproken om te poolen en waren direct naar Corroy-le-Grand, een dorpje iets voorbij Waver, afgezakt.

Enkel Frank stond om 06.45 op parking Coolhem, druk doende met in orde brengen van fiets, uitrusting en ik weet niet wat nog allemaal. Frank in zijn wagen en Chris in de volgwagen om chauffeur Patte thuis op te pikken. Die was bij aankomst daar al druk bezig in de voortuin van zijn huis. Na 3 kwartiertjes kwamen ze samen aan in Corroy-le-Grand waar de andere leden al druk in de weer waren zich klaar te maken. Nieuwkomer Luc dacht dat het hier een door externen georganiseerde rit was, maar het was hem snel duidelijk geworden bij aankomst daar dat dit niet het geval was.

Met 16 fietsers zijn we dan begonnen aan deze mooie rit. Na een tiental km maken we sinds enkele jaren een ommetje om de minder geliefde kasseistrook van de Rue du bois de buis aan de Chausee de Charleroi te omzeilen. Dat je tegenwoordig voor navigatie zelfs goed op de hoogte moet zijn van boomsoorten bleek in de Rue fond des saussalles. “Aan die eenzame eik naar rechts afslaan”, werd er geroepen. Bleek dat dit dus geen eik was maar een andere soort met als gevolg dat de kopmannen ei zo na doorreden, volledig gefocust op een andere boom, wel een eik, die ons daar eenzaam 200m rechtdoor voorbij de splitsing lonkte.

Dat de wegen in Wallonië er soms abominabel bij liggen weten we allemaal. En dat zo een afbrokkelende betonbaan voor lekke banden kan zorgen is dan ook geen verrassing. Slachtoffer van dienst was Hans M.

Na het kruisen van de E42 autostrade volgt de afzink naar Namen waar heten Erik zich blijkbaar goed in zijn sas voelde en de groep tegen >50 per uur op sleeptouw nam. De klassieker in Namen is natuurlijk de beklimming van de citadel langs de kasseikant, de route Merveilleuse. Toch waren sommigen verrast door de lengte van de klim van bijna 2 km. Ook hier is goed doseren de boodschap. Boven merkten we heel wat werken die de ronde bocht van de esplanade afsloten. Tijd voor enige ravitaillering en daarna op weg naar de volgende klim in Rue d’Erpent Val die loopt vanaf de Maas naar de N4. Willy M toonde zich de Thibeau Pinot van het gezelschap met enkele niet afgevende aanvallen. Zo zie je maar dat op passie geen leeftijd staat.

Hierna was het genieten van het glooiende Ardeense landschap en de afdaling naar de Maas ter hoogte van Namêche. Dit dorpje was vroeger onze stopplaats maar over de jaren heen gingen alle cafés hier dicht of kregen ze andere bestemmingen. Tegenwoordig zit er niets anders op dan direct de Maas over te steken en aan te zetten voor de steile klim (rue Emile Vandervelde – vroegere patron van de Belgische socialisten). Thierry kloeg al heel de rit over pijnlijke benen. Maar of je dan deze klim moet afleggen op de grote plaat – zoals hij doet – is wel de vraag. “Net zoals de Jelle”, verrechtvaardigde hij zich tijdens de klim. Maar zelfs speelvogel Jelle stond op de kleine vooraan en om Thierry toch gelijk te geven schakelde hij gauw groot. “Ja, klopt nu, Thierry”.

Ondertussen was het uitkijken naar een café waar we konden pauzeren en onze dorst lessen. Na nog enkele hellingen van 10% en meer, waren de meeste bidons ondertussen al enkele keren volledig uitgeknepen. Die stopplaats vonden we in Grand-Leez, dicht tegen Gembloux, na bijna 100 km, waar we in La Pom d’Epices bediend werden door een charmante mademoiselle.

De laatste kilometers werden op gepast tempo in groep afgelegd en zo kwam de groep na 115 km en 1050 hm weer aan bij de wagens in Corroy-le-grand.

Volgende week is het weer heuvelen, deze keer richting Florival. Vertrek om 07.30 aan parking Coolhem.

Rit 21 Overijse

Met 20 snelvoeters zijn we vertrokken voor de rit naar Overijse. Bij de aanwezigen ook Kristof Verelst, broer van Sandra, en zoals we snel zouden merken is hij een volwaardig lid van de familie Verelst, iemand die ook vlot met een tweewieler overweg kan. De rit nam een aanloop langs Tisselt en Hazewinkel en ging zo richting Leest en Hombeek. Piloot Nico had ons bij de start al gewaarschuwd dat er op de vernieuwde baan tussen Hombeek en Zemst nog een laag asvalt moest komen en dat het oppassen was voor riooldeksels. Dat de oude versleten en slechtbollende betonbaan binnenkort vervangen is door een nieuwe, blinkende makadam, kan fietsers alleen maar bekoren. Zeker omdat we hier toch met verscheidene ritten passeren. 

Vanaf Kortenberg krijgt het parcours van deze rit een glooiend karakter. De hellingen werden mooi in groep afgelegd en dat was in het verleden wel eens anders. Als je dan achteraf naar het gemiddelde kijkt, blijkt nog maar eens dat dit toch de snelste manier is om als groep een rit af te leggen. 

Al jaren is het kenmerk van deze rit de klim op de kasseiweg naar Huldenberg. Deze bleek tot onze verrassing pas heraangelegd en gemakadamiseerd. Slecht nieuws voor de flandriens maar goed nieuws voor de meesten die deze vernieuwde helling best konden apprecieren. Toch blijft het geen makkie met in het begin een stevige 7 percent en dan heel lang uitlopend tot aan het kruispunt boven, met naar rechts de afdaling van de Smeysberg. Hier wordt naar gewoonte gehergroepeerd, zeker als er zijn die al enige tijd behoefte hebben aan een plaspauze zoals Marc V. De  Smeysberg leek voor Nico te gevaarlijk en als mooi alternatief werd er rechtdoor gereden, direct naar Huldenberg centrum. Daarna was het tijd om even uit te blazen in cafe “t Gouvernement”. Blijkbaar is deze plaats erg populair bij fietsers want na ons kwam er nog een grote ploeg binnen. Volgens de opschriften op hun trui kwamen ze uit Nijlen bij Lier en daarmee zat het estaminet “boesjze de vol”. Gelukkig kon de enige uitbater rekenen op de hulp van onze chauffeur de Patte en ook bij de andere ploeg had men snel door dat men met enige medewerking sneller aan drank kon komen. 

De terugweg verliep volgens hetzelfde stramien van samen gegroepeerd gaat het sneller. Zelfs den Dirk uitte na de rit zijn bewondering voor de voorbeeldige manier van rijden: gegroepeerd, veilig en toch vlot. Houden zo! 

Volgende zondag rit op verplaatsing: Waver – Namen met vertrek om 06.45 op parking Coolhem en om 07.45 in Corroy-le-Grand aan de kerk. 

Rit 20 Erpe-Mere

Om 07:30 stipt nam ons vast leidersduo Jos & Hans T. ons op sleeptouw voor een rit van 138 km richting Aalst en Erpe-Mere.
Ervaren piloot Willy Meersmans had de lange en niet te onderschatten rit reeds afgelopen maandag verkend. Een rit ook die vele versies en lengtes kent en die ons in het verleden niet zelden op plaatsen bracht waarvan we dachten: “Hier zijn we nu nog nooit geweest”. Maar Willy bracht altijd alles tot een goed einde en het leek altijd alsof hij de streek op zijn duimpje kende.

Wat Willy natuurlijk op deze zondagvoormiddag niet kon voorzien was dat er net nu in Opdorp een immense rommelmarkt zou plaatsvinden die alle aanpalende straten van Opdorp dries inpalmde. Er was absoluut geen doorkomen aan en zeker niet met een volgwagen. De enige oplossing was terugkeren en een alternatieve route nemen waardoor de rit nog eens 6 km langer werd.

Vandaag was ook een dag met materiaalpech. Dit begon bij Willy VD wiens achterwiel een eigenaardig, instabiel gedrag vertoonde in bochten. Het verdict was duidelijk: een gebroken as. Gelukkig hadden we de Patte mee met reservemateriaal en na vervanging van het wiel was het euvel opgelost.

Erpe-Mere is één van onze meest pittoreske ritten over mooie wegels, glooiende velden en af en toe toch stevige heuvels. Na 75 km bereikten we onze vaste stopplaats in het meest bruine café van Aalst en omstreken: Taverne Rembrandt in Woubrechtegem. Een goede gelegenheid om onze bidons opnieuw bij te vullen. Twee lokale dames-gasten zaten hier armen gekruist met een Duvelflesje voor hen op tafel. Dat moet vast hun ontbijt geweest zijn om 10 uur ’s morgens nota bene. “Hier kunnen we vast nog iets van leren”, dachten sommigen.

Het tweede deel van de rit, richting clublokaal, werd weer op gang getrokken door de Jos die zijn plaats op kop van ons peloton niet meer wou afgeven. Slecht onderhouden betonwegen waren weer de oorzaak van een lekke band, deze keer bij Patje Daems. Na een 138 km lange maar mooie rit en bij aangenaam weer namen we om 12:30 plaats op het terras van ons lokaal om ons vochtgehalte en verbrande calorieën terug op pijl te brengen.

Met dank aan de Patte in de volgwagen.

Volgende week op 14/7 de Druivenroute met Nico Loncin als piloot. Vertrek nog steeds om 07.30.

Rit 19 Alsemberg

De rit naar Alsemberg geldt als één van de lastigere ritten wegens afstand, enkele kuitenbijters en vooral het parcours dat constant op en af loopt. Doch voor sommige snelvoeters speelt dat blijkbaar allemaal geen rol en zoals we van hem gewoon zijn dit seizoen zette Jos zich van meet af aan op kop. Een positie waar we hem tijdens deze rit dikwijls terugvonden en waar hij samen met Hans Tierens een zeer verdienstelijke prestatie neerzette.

De eerste pechvogel van de dag was Luc De Smedt die zijn achterband plat reed in een gleuf tussen 2 beton platen. Altijd gevaarlijk en dikwijls scherpe kanten. Luc had schijfremmen opzitten wat betekende dat we geen wissel konden uitvoeren met een wiel vanuit de volgwagen. Dan maar het binnenbandje wisselen wat altijd iets meer tijd vraagt. Iets wat we de komende tijd waarschijnlijk nog meer gaan ervaren met de toenemende populariteit van schijfremmen. Volgens Willy VD zijn er momenteel minstens 3 verschillende systemen met telkens andere afmetingen. Niet simpel om dan de juiste reservewielen mee te pakken.

Ten zuiden van Brussel werd het drieluik beerselberg – alsemberg – bruine put afgewerkt met tussenin nog wat zogezegde niemendalletjes die traditioneel niet vermeld worden in een roadboek maar die uiteindelijk ook in de benen kruipen.

Dat Frank en zijn materiaal het niet altijd goed samen vinden weten we en dat werd nogmaals actueel in de aanloop naar de bruine put. Iets te wild geschakeld van grote naar kleine plaat, met als gevolg ketting-gekraak, versnellingsapparaat stuk en de ketting vast op de kleine plateau. Tijdens de stop in het Samba Café in Beersel kreeg Frank het uiteindelijk toch gefikst dat de ketting op de grote plaat kon. Naast Frank was het ook Dirk De Bruyn zijn dagje niet. Op de put met zijn naam liep het al niet zo vlot en per slot van rekening zakte zijn zadelpen telkens naar beneden. Volgens hem het gevolg van weggesmolten was tussen zadelpen en buis. Uiteindelijk zat er niets anders op dan instappen want rijden met geplooide benen was hem niet comfortabel en zou kunnen leiden tot blessures.

Op de terugweg toonde Jelle op de klim van de Vrijhout nog eens wat een verschil er is tussen wielertoeristen en een coureur die even zijn vormpijl wil testen: hij sjeesde op zijn grote molen weg naar boven waarbij het leek alsof wij stilstonden, nee erger nog, we reden achteruit.

Voorbij Asse ging het sneltreinvaart richting Londerzeel waarbij op de lange stukken tussen Impde en Londerzeel de boel op de rek ging en zelfs even uiteenviel.

De rit was een voorbeeld dat hard fietsen best kan gecombineerd worden met veilig fietsen zonder incidenten.

Volgende week de niet-te-onderschatten rit van Willy M naar Erpe-Mere, het dorpje van Lucien Van Impe, onze laatste tourwinnaar.