Door Eddy Daems
Zondag 23 juli 2023… Terwijl het zuiden van Europa kreunt onder de warmte, viel bij ons de regen op deze dag met bakken uit de lucht. ‘Een heerlijk dagje om te fietsen!’, moeten de 9 dappere krijgers (waarvan de meesten al om halfzes het daglicht zagen) gedacht hebben toen die elkaar aan de kerk van Corroy-le-Grand in de ogen keken.
De gedachte ‘’t Zal rap over zijn!’ maakte al vlug plaats voor ‘’t Zal voor ne gansen dag zijn!’ Terwijl Leon, chauffeur van dienst, zich nog even ging vergewissen van de staat van de camionette van de Willy (den ‘automatique’ van de Chris zag hij niet zitten! Goede keuze bleek later). ‘Raamke open en we kunnen vertrekken’, oordeelde hij. En zo geschiedde…
Met een sterke zijwind werden de eerste 20 km vrij vlot afgehaspeld. Na 40 km doemde daar reeds de hoofdstad van het Waalse gewest Namen op, met zijn Citadel-beklimming aan een gemiddelde van 5%. Patje en Jelle reden snel voorop om een mooi plaatsje uit te zoeken voor een groepsfoto.
Op de Vezin-helling – na 75 km – ging het licht uit voor ondergetekende. Met een op hol geslagen hartslag vergezelde ik daarna Leon in de volgwagen, waar wij vooraanstaande getuigen waren van de strijd van onze 8 Snelvoeters met de elementen regen en wind.
Met de reeds goed gevulde pluviometers in gedachten werden alle bochten met de nodige voorzichtigheid genomen. En toch…
Na een 90-tal km en nadat hij een tijdje naast Jelle (en wingman Jos) mee de kop had genomen, kwam onze voorzitter Chris ten val in een afslag met vervaarlijk glad en afgesleten betonnen wegdek. Mark en Ivan waren de ongelukkigen die niet meer konden ontwijken en mee kennis maakten met het beton. Mark stak onmiddellijk zijn duim de hoogte in met de boodschap ‘’t Is OK zenne, mannen!’ Een beetje modder op de trui, dat kon er vandaag nog gerust bij. ‘Ons Lutteke zal da wel wassen!’, zag ik Mark al denken.
Van het voornemen om de rit met 30 km in te korten, kwam niets in huis.
Aan het eind van de dag werden de prijzen uitgereikt: de witte trui was voor de Jelle, de bergtrui voor Patje. Tijdens al dat gesleur aan de kop, had Jelle zelfs nog tijd om gidsbeurten te voorzien voor wie naast hem kwam rijden. Zo kwamen we via zijn professionele uitleg meer te weten over de hardheid van de boerenstiel in het Franstalige landsgedeelte. Over de hardheid van fietsen op een zondagmorgen in het Franstalige landsgedeelte heb ik hem met geen woord horen reppen!
Voor de gele trui gingen alle wijsvingers richting Joske. Zoals die, samen met Jelle, aan de kop had gesleurd. Hij moet een voorgevoel gehad hebben, want hij had die dag al bijpassende gele kousen aangetrokken. De prijs voor de strijdlust ging naar de Willy die als oudste van het pak van geen wijken wou weten (en samen met Jos de enige met korte mouwen). Naar we achteraf vernomen hebben, ontving Hans M na afloop uit handen van de Guy de prijs van de Gouden Duvel, iets wat hij – gezien de stijve rug waar hij de rit mee uitreed – meer dan verdiende… en naar het schijnt is het niet bij ene gebleven.
De rode lantaarn was voor onze voorzitter, die volgens Leon ‘altijd aan het staartje zat’. (Leon, ik denk zelf dat de Chris altijd wat achterop bleef om te zien dat er niets zou miskomen aan die schone camionette van de Willy, want anders moet gij in ’t vervolg met zijnen automatique rijden!)
Aan het stuur van de volgwagen vatte Leon de dag van vandaag nog eens mooi samen: ‘Chapeau voor elk van hen. Wat die vandaag laten zien hebben! Stuk voor stuk sterke beren!’ (Ik verschiet er van dat Leon nog altijd niet uitgenodigd is om te komen klappen aan tafel bij ‘Vive le Vélo’. Zoals die het met passie kan uitleggen. ) U hoort het, dames en heren, samen met de overwinningen van Jordi Meeus en Lotte Kopecky was het deze dag weer een hoogdag voor het Belgische wielrennen.
En nu de fietsjes poetsen, hé mannen!