door Eddy Daems
Nu de competitie terug is gestart, hadden we met ons 22’en deze zondagvoormiddag ook een voetbalmatch kunnen spelen (2 x 11), maar we zijn en blijven stoere wielerhelden en geen halfzachte voetbalsofties. Dus deden we wat we elke zondag zo graag doen: ons ijzeren monster op twee wielen geselen!
Even paniek aan de start, waar Filip DK zich 10 min voor start even alleen op de wereld waande, want ‘waar is iedereen?’ Niet veel later hadden 22 zwartrode ridders van het stalen ros zich aangemeld op ’t Oud Kerkhof (parking Coolhem voor de niet-Kalfortaren). Het was enkel nog even wachten op de volgwagen (duidelijk het gespreksonderwerp van de laatste weken!) en dat ‘even’ werd al snel ‘vrij lang’. Op de stop ‘In de Rustberg’ in Schepdaal werd duidelijk waarom Dave ons in de steek had gelaten: hij moest zijn goed hart en sterke handen tonen bij de chiro van Liezele en dat eist niet alleen veel nacht- maar ook ochtendrust. Het is u vergeven, Dave! Leon, die ons vorige week voorbeeldig begeleidde op vier wielen, konden we niet overhalen om hetzelfde nog eens over te doen: ‘Ik heb mijnen hond bij!’
Dan maar bidden tot Onze Lieven Heer dat er vandaag niets zou voorvallen en zo geschiede… We kwamen al snel op toerental (Jos en Jelle wilden de verloren tijd inhalen). Gez’wind’ (en dat was vandaag letterlijk te nemen met die 6 Beaufort!) vlogen de eerste kilometers erdoor. Zelfs een hernia (te weinig kaarskes gebrand in Compostella?) weerhield de Guy er niet van de groep probleemloos te volgen (zijn sokken aandoen lukt niet, maar 100 km hardnekkig duwen op de trappers is geen probleem). Erik H was volgens vrouwlief Michele nog niet voldoende hersteld van zijn eerdere zware valpartij, maar ook hij klampte aan als vanouds.
Het was alsof de Dodentocht vandaag werd gereden, want nog nooit zagen we zoveel collega-wielertoeristengroepjes ons voor de wielen rijden. Vooral de dames van KWB Oppuurs vloekten erop los toen wij hen passeerden (de K van KWB staat nochtans voor Kristelijk).
Op kilometer 60 stapten we af ‘In de Rustberg’, waar we vruchteloos op zoek gingen naar de overgebleven hapjes van het overwinningsfeest van de dag voordien (Remco in zijn 3de San Sebastian overwinning). Na onze eerste koffie op den Berg kwam onze Jos Van Boven… Neen, hij kwam niet van boven, hij kwam eigenlijk van beneden… en met luid handgeklap werd hij onthaald alsof hij net de Schepdaal Classic had gewonnen. Tony noteerde nog even snel op ouderwetse streepjeswijze de aanwezigheden en weg waren we… na een verontruste blik op de Buienradar.
Helaas, net voor we de Vrijthout op onze boterham gingen leggen, werden we getrakteerd op een flinke plensbui. Een schietgebedje aan ’t kapelletje boven kwam evenwel te laat… Het kwaad was geschied! We waren nat tot op onze onderbroek(?). Gelukkig werd het al snel daarna wat droger en door de stevige snelheid in het peloton droogden onze kleren al snel, zodat een bezoek aan ons stamlokaal onze zondag alsnog compleet kon maken.
Aan de finish konden we zelfs genieten van deugddoende zonnestralen en de nodige recuperatiedrank in de vorm van Cécémel en enkele ‘groten’. De bokes met krabsla en kip curry gingen er ook in als zoete broodjes, met dank aan de nieuwe cafébazin Cindy (de naam van haar man ben ik effe vergeten!). Een aangename kennismaking moet ik zeggen.
Tot slot van dit verhaaltje nog één stijltip: Draag nooit witte sokken als er regen wordt voorspeld. Wit krijgt ge ze nooit meer!