door Erik Seghers
Vallende bladeren, geritsel op de parking… jawel, daar stonden ze weer. In vol ornaat, de meesten gehuld in herfstkledij, al waren er ook enkele heethoofden die koppig vasthielden aan hun zomertenue. We vertrokken langs hetzelfde pad als vorige week — zelfs de Jos reed deze keer meteen de juiste richting uit.
Helemaal tot aan het doodlopende spoor, zo het wegske in. Met een rotvaart waren ze weg, het leek wel alsof we op een TGV zaten. Het ging langs smalle wegen richting Eikevliet en Hingene. En ja hoor, we kwamen onderweg heel wat eikels tegen. Vandaar ook de naam: de Herfstrit.
De piloot van dienst was Nico, een echte fan van dit seizoen — hoe natter, hoe liever. Maar vandaag kregen we een droog en mooi parcours voorgeschoteld. Helemaal tot in het toeristische gebied van Brussel: Trademart, Cirque du Soleil en natuurlijk de bollen. We namen het allemaal in ons op, samen met de vele toeristen. Sommigen van het vrouwelijk schoon keken hun ogen uit. Een verdwaalde loopster wilde ons zelfs voor eeuwig vastleggen.

Ons nummer gaven we niet.
We lieten het Atomium links liggen. Voor mij was het al veertig jaar geleden dat ik daar bovenaan stond, in de hoogste bol. De jonge garde van de Meersmannen was toen nog niet eens geboren — en dat lieten ze ons vandaag voelen. Na hun conclaaf aan zee hadden ze blijkbaar een plan gesmeed: “We gaan ze pijn doen.” En lange Marc? Die kreeg vandaag geen meter aan kop gegund. En zo geschiedde.
Na het verlaten van de toeristische zone klommen we omhoog, de snelweg naast ons. 650 meter klimmen met percentages tot 8%. Daar lagen ze te blinken: de kastanjes van weleer. We besloten ze zorgvuldig weg te plassen, de kant in. Daarna terug de bike op, om met meewind en veel bergaf richting ons beginpunt te rijden. Maar eerst nog wat mooie heuvelstraatjes tot in Vilvoorde.
Met een gemiddelde van meer dan 32 km/u werd dit een prachtige, bijna laatste seizoensrit. Herfst op z’n best — met vriendschap, zweet, en een vleugje nostalgie.